Pagina aangepast 25 september 2024
Deze pagina is deel van een drieluik op FARO de ramp na de ramp 2:
– Secundaire victimisatie. Leren van Moral Injury
– Secundaire victimisatie en de ramp na de ramp
– Secundaire victimisatie en FARO
In relatie tot het letselschadeproces omschrijft Akkermans secundaire victimisatie als ‘hernieuwd slachtofferschap’ of ‘de ramp na de ramp’
Bron: Een keer is erg genoeg, WODC (2010)
en
De ramp na de ramp was groter dan de ramp zelf
Bron: van rampen leren, Menno van Duin (1992)
Oorzaken en veroorzakers van secundaire victimisatie
Uit: Secundaire victimisatie bij Letselschade, Becx, I., & Elbers, N. (2023). Verkeersrecht, 4, 1
Een letselschadeprocedure wordt ook wel ‘de ramp na de ramp’ of ‘ongeluk op ongeluk’ genoemd. Dat kan ten eerste komen doordat het doel van de procedure niet spoort met de behoeften van slachtoffers en ten tweede door de manier waarop de procedure is ingericht. Slachtoffers van schadeveroorzakende gebeurtenissen hebben verschillende behoeften die niet altijd een plek kunnen krijgen in een letselschadeprocedure. Het gaat dan om:
1) erkenning door de wederpartij, de buitenwereld, de eigen sociale omgeving, en door het ontvangen van financiële compensatie,
2) willen weten wat er precies is gebeurd;
3) ter verantwoording roepen van de wederpartij;
4) niet willen boeten voor de fout van een ander;
5) willen verkrijgen van gerechtigheid; en tot slot
6) willen voorkomen dat een ander hetzelfde overkomt.
Mijn gedachten hierover
In de na-fase van de Martinair crash in Faro zijn alle zes bovengenoemde punten onvoldoende bereikt.
De na-fase heeft, mede door de dominante positie van Martinair in deze fase, voor velen geleid tot extra frustratie: secundaire victimisatie en een ramp-na-de-ramp.
De kwetsbaarheid van getroffenen bleef (en blijft) te veel buiten beeld.
“Kwetsbaarheid … gaat niet om toegebrachte schade, maar om het uitlokken van gevolgen, het `triggeren’ van een reactie.
…
Met het begrip kwetsbaarheid wordt het verschil uitgedrukt tussen mensen die in vergelijkbare omstandigheden verschillend reageren”
Bron: Huis van de Geest, van Everdingen en Gersons (1997), pagina 178