Pagina aangepast 12 december 2024
Het letselschade-traject heb ik als zieker-makend ervaren; mijn rechtvaardigheids-gevoel is geschonden.
De druk om, voordat mijn gevolgen bekend waren, snel en goedkoop te schikken, beïnvloedde mijn herstelproces negatief.
Er leek (is?) te weinig aandacht voor de invloed van het letselschade-traject op het her-stel van getroffenen.
De ANWB krijgt in de tweede FARO-gevolgenenquête een 4,6 -op een schaal van één tot tien- voor tevredenheid van inzittenden.
NB wanneer ik hier ANWB schrijf, heb ik het deels ook over de door de ANWB ingeschakelde advocaten.
Inleiding:
Ik heb de letselschaderegeling als ziek(er)-makend ervaren door o.a. al het juridische en medische gedoe.
Míjn teleurstelling over letselschade-regelingen past in een bredere context dan zelfs FARO.
Het onderzoek Het letselschadeproces in therapeutisch perspectief (2007) concludeert: ‘De niet-vervulling van hun immateriële behoeften wordt door betrokkenen echter niet alleen als belastend, maar ook als herstel belemmerend ervaren. ‘
Over mij
Voor mijn 36 jaar -op het moment van de crash- ben ik nog behoorlijk naïef en zie Nederland ten diepste nog als Rechtvaardige Samenleving. Ik ben niet voorbereid op realiteit (het wegkijken en wegmoffelen) in de nafase van een crash, met vervolgens de koehandel die een letselschade-regeling in feite is.
NB: Nog in 2024 wordt het letselschade-traject als toernooimodel benoemd – Verkeersrecht 2024/88)
Mede door de crash-gevolgen lukt het mij, vooral de eerste jaren ná de crash, slecht om voor mijzelf op te komen.
Ik stel me te open en daarmee te kwetsbaar op. Vanwege het schriftelijke hulpaanbod (zie hieronder) verwacht ik, naar later blijkt ten onrechte, te veel van de ANWB. Ik zie de ANWB/’mijn’ ANWB-jurist vooral als Slachtofferhulp-plus: niet zozeer beperkt tot letselschade-regelaar maar als brede hulpverlener met slachtofferkennis.
Uit hulp-aanbod dd 30 december 1992 door ANWB:
“In nauwe samenwerking met de Buro’s voor Slachtofferhulp zal de ANWB de slachtoffers en hun familieleden, die daar behoefte aan hebben, met raad en daad bijstaan in het doolhof van problemen waarvoor zij helaas zullen komen te staan.”
Losliggende tegels
Het letselschadetraject had voor mij verschillende losliggende tegels met struikelgevaar. Enkele tegels:
– Telegraaf 23 dec. 1992 (tunnelvisie van ANWB / haar advocaten?):
* de ANWB wil geen ‘Amerikaanse Toestanden’ zoals na de ElAl-crash in de Bijlmer, en
* …advocaat Bunjes, ,,een mankement aan het vliegtuig lijkt me slechts een hypothetische mogelijkheid,…”
NB: In het officiële onderzoeksrapport wordt gemeld dat van één van de motoren geen luchtwaardigheidsbewijs is overlegd. Een mankement aan het vliegtuig is dus meer dan een hypothetische mogelijkheid. Hier lijkt geen aandacht voor.
– Martinair onderverzekerd ten tijde van de crash
– zeer snelle basis-schaderegeling met Martinair
– al voor het uitkomen van het officiële onderzoeksrapport, bewuste roekeloosheid van piloten uitsluiten als oorzaak van de crash
– weeffout in ANWB-traject: getroffenen hebben met contact met een (junior) ANWB-jurist, deze jurist heeft contact met de de door de ANWB ingehuurde advocaat die de schade vervolgens regelt met Martinair. Door deze constructie gaat veel, deels ‘zachte’, essentiële informatie verloren.
Juni 1994: al schikkingsvoorstel door ANWB
Net als ik in juni 1994, mede dankzij trainingen en therapie, een beetje begin bij te komen van de eerste gevolgen van de crash, heeft de ANWB al een schikkingsvoorstel (bedragen in guldens) opgesteld.
Ik vind dit veel te snel én herken mijn situatie en schade niet in het voorstel. Uiteindelijk mag ik over dit voorstel en mijn bezwaren spreken met de door de ANWB ingehuurde advocaat. Hij blijft bij dit voorstel. Ik kan hem niet overtuigen, ook niet om mijn situatie te bezien in de context van de andere FARO-getroffenen. Door mijn lotgenotencontacten weet ik namelijk dat meer getroffenen vergelijkbare problemen, ook met de ANWB, hebben. Een door mij gevraagd onderzoek onder alle getroffenen om o.a. tot een meer boven-individuele benadering te komen, vindt hij niet nodig.
Deze beperkte benadering en snelle schade-regeling past ook niet bij de bestaande kennis, zoals:
– ‘waarom slachtoffers geen hulpvragers zijn‘ (Handleiding Slachtofferhulp, januari1993)
– ‘Volgens het Instituut voor Psychotrauma kan het een half tot drie jaar duren, voordat mensen over een ramp als deze [Martinair crash in Faro] heen zijn’ (Trouw, 13 februari 1993); en
– Evaluatierapport Nazorg Bijlmer: ‘psychische problemen groter dan verwacht’ (Alert, januari 1994)
Lang verhaal kort: hoe moeilijk het besluit ook is voor mij, ik vertrek bij de ANWB.
NB Dankzij een in slachtoffers gespecialiseerd letselschadebureau krijg ik in 1999 een vele malen hogere schadevergoeding.
Een ander besluit van mij is om onafhankelijke onderzoekers te vragen een onderzoek te doen naar de gevolgen van crash en na-fase. Dit resulteert in drie FARO-gevolgenenquêtes.
Hypothetische vragen:
Zou de letselschade regeling, ook emotioneel, beter zijn verlopen en de uiteindelijke persoonlijke en maatschappelijk gevolgen minder groot zijn geweest wanneer
– senior ANWB-juristen zouden zijn ingezet met meer (levens-)ervaring,
– er breder gekeken was dan met een beperkte juridische bril,
– er niet zo’n druk op de schade-afhandeling had gelegen,
– de door de ANWB ingeschakelde advocaat meer persoonlijk contact zou hebben gehad met de getroffenen, en
– de Medisch Adviseur van de ANWB een grotere rol zou hebben gespeeld en de juristen een minder grote rol. Een Medisch Adviseur heeft waarschijnlijk ervaring met de beperkte mogelijkheden van artsen om een juridisch werkbaar oordeel te geven.
Is het begrip/vooroordeel ziektewinst verstorend geweest op de blik van de ANWB-juristen/advocaat?