Pagina aangepast: 12 december 2024
‘Zij die hun geschiedenis vergeten, zijn gedoemd om deze te herhalen’. George Santayana
Uit de derde FARO-gevolgen enquête (2009)
Één van de stellingen is ‘Mijn vertrouwen in de rechtstaat is door de ramp en de nasleep afgenomen’.
31 van de 48 respondenten zijn het met deze stelling eens.
In deze derde enquête krijgt De Media van 3 personen een positieve waardering, van 26 personen een neutrale waardering en van 19 personen een negatieve waardering.
Mijn gedachten bij het bovenstaande
Een wezenlijker aandacht door De Media voor de Martinair crash in Faro zou, naast betere geschiedschrijving, ook tot betere lessen, betere verwerking en minder verlies van vertrouwen in de rechtsstaat hebben geleid.
FARO: een aangekondigde doofpot!?!
Uit Vrij Nederland, 2 januari 1993
Ook in de na-fase van de Martinair crash in Faro (FARO) is beeldvorming erg belangrijk:
“…het belang van Schröder is de goede naam van zijn maatschappij. …”
Trouw, 24 december 1992
Journalisten lijken zich van deze beeldvorming niet bewust en zijn nauwelijks op zoek naar de vragen achter de vragen van passagiers en nabestaanden rondom FARO. Ook niet ondanks de overeenkomsten met bijvoorbeeld de parallelle ElAl crash in de Bijlmer.
De (bestuurs-)cultuur van ‘wegkijken‘ krijgt alle ruimte. Aan ‘tegels lichten‘ werd en wordt nauwelijks gedaan.
Is mede door de wezenlijke afwezigheid van ‘de media’ bij FARO-getroffenen het vertrouwen in de rechtsstaat afgenomen?
In de jaren ná de crash worden tientallen, waarschijnlijk honderden, interviews gehouden en enkele persconferenties verslagen. Een totaal-beeld van oorzaak, onderzoek en gevolgen leek en lijkt niet interessant.
Nooit leidt FARO tot een wezenlijk contextuele, integrale en machts-kritische onderzoeks-journalistieke benadering:
– niet na alle opmerkingen en informatie van FARO-getroffenen;
– niet in relatie tot de ontwikkelingen en vragen van bijvoorbeeld de ElAl-crash in de Bijlmer of de Hercules crash op Welschap (1996), en
– niet in relatie tot eerdere grote ongevallen en rampen in Nederland in 1992. Hadden deze ongevallen en rampen wellicht een vergelijkbare organisatorische oorzaak?
Twee samenhangende artikelen in het Reformatorisch Dagblad in december 1998 vallen voor mij in positieve zin op door een bredere kijk:
– Landen tegen beter weten in, en
– ‘Faro’ voldoet aan scenario voor crash
Misschien dat door het beperken tot verslaggeving, ook De Media een lage tevredenheids-score krijgt in de tweede FARO-gevolgen-enquête (1998): een 4,8 op de schaal van 1 tot 10.
Deze lage tevredenheidsscore van De Media is niet onverwacht. De Handleiding Slachtofferhulp (Stichting Slachtofferhulp Midden-Limburg, januari 1993) schrijft over de invloed van de pers op het verwerkingsproces van slachtoffers:
2.5.2 Rol van de media
De media spelen een belangrijke rol in het proces van secundaire victimisatie. De grote aandacht die de media aan de dag leggen voor slachtofferverhalen is vooral gericht op het voldoen aan de behoeften van de mediagebruikers.
Journalisten dienen zich bewust te zijn van de invloed van hun publicaties op het herstelproces van slachtoffers.
Ook journalisten dienen zich bewust te zijn van de invloed en het effect van hun eigen bias, hun eigen waarden, hun eigen voor-oordelen.
Door tijdsdruk (ook gemakzucht?) is er weinig ruimte om tot een degelijk verhaal te komen. Te vaak heb ik het idee dat journalisten al een verhaal in hun hoofd hebben en in interviews vooral gericht zijn op onderbouwing en quotes, met weinig ruimte voor écht luisteren om tot verdiepende inzichten te komen.
Ik vraag me zelfs af of journalisten het officiële onderzoeksrapport wel aandachtig hebben gelezen.
Waarom wordt bijvoorbeeld niet ingegaan op de vermelding in het onderzoeksrapport van de explosie en vlammen bij het vliegtuig en vervolgens het brandweer-alarm anderhalve minuut vóór de crash?
Niet alleen is het verstandig dat getroffenen een vorm van media-training krijgen; belangrijker nog is dat journalisten en redacties inlevings-vermogen hebben maar ook ‘slachtoffer’-training krijgen, met inzicht in de eigen bias/voor-oordeel. Dit ter voorkoming van eendimensionale ‘slachtoffer’-verhalen met te weinig aandacht voor de complexiteit van gevolgen, zoals ook de ramp-na-de-ramp.
Er worden stappen gezet, zie bij voorbeeld Beter omgaan met slachtoffers in de media, november 2023
‘Over systemen en over mensen-in-systemen, lessen van FARO in De Media‘, lijkt mij een interessant gezamenlijk afstudeerproject voor een opleiding tot (onderzoeks-)journalist of juist een project voor een oud journalist.
Invalshoeken zijn er voldoende om breder te kijken dan alleen de crash en de nafase. Is er voldoende (mentale) onafhankelijkheid van de (luchtvaart)-journalistiek? Hoe vrij zijn mensen-in-systemen?
De overkoepeling is de verstoorde relatie tussen mens en macht, tussen amoreel en immoreel, zoals: de positie van de luchtvaart in Nederland, contacten Martin Schröder met Koninklijk Huis, relatie Martinair en de overheid, management- en veiligheids-cultuur binnen Martinair/sector, ontbreken van onafhankelijk onderzoek in Nederland, de opkomst van de gespecialiseerde slachtoffer-letselschade advocaten, gecrasht toestel was eigendom van Defensie, nasleep WAO-affaire in de jaren 90, etcetera.
Inspiratie kan worden opgedaan bij Rampvlucht (Politieke en journalistieke hoofdrolspelers blikken terug op vliegramp Bijlmermeer, KRO-NCRV documentaire uit 2022)
NB: de verstoorde relatie tussen mens en macht is van alle tijden en wordt in februari 2024 door de fraudecommissie van de Tweede Kamer benoemd als: overheid ‘blind’ voor mens en recht.